We hebben veel profijt van internationale handel. Maar het kan ook leiden tot sociale spanningen en ecologische problemen. Hierdoor ontstaat er steeds meer weerstand tegen vrijhandelsverdragen.
De aanwezige GroenLinksers staan genuanceerd in deze discussie. Op zich staan zij achter vrijhandel, maar er is afdoende oog nodig voor het beperken van de negatieve effecten. De nadelen die de verliezers van vrijhandel ervaren, kunnen vaak worden opgelost via binnenlandse politiek (binnenlandse bestedingen, regels over de productiewijze om sociale en ecologische impact te voorkomen en zaken als inspraak van werknemers). Beprijzing van externaliteiten is ook een effectief middel. Bijvoorbeeld valt te denken aan een importheffing in combinatie met een CO2-heffing op EU-niveau. Soms zijn echter beperkingen van de vrijhandel nodig, bijvoorbeeld als iets van strategisch belang is en er tijdelijke bescherming nodig is om voldoende concurrend te kunnen worden (infant industry argument, bijvoorbeeld bij ontwikkelingslanden).
Conclusie: Vrije handel is geen doel op zich; eerlijke handel wel.