Er is een aantal argumenten om voorstander te zijn van het Onvoorwaardelijk BasisInkomen (OBI):

door Hans Stenfert Kroese

  • Het uitgangspunt is en moet zijn dat er geen enkel individu in onze welvaart honger heeft en geen dak boven zijn hoofd (waarmee dus een armoede ondergrens is bepaald).

  • Het huidige norm/waarde is dat iemand alleen bijstand krijgt als hij/zij werkwillig is (dus bewijsbaar werk zoekt); dat er momenteel en stoelendans gaande is met veel meer mensen dan stoelen maakt de controle op werkwilligheid een controle op handigheid om dit sociaal gewenste gedrag te uiten (schijnwerkwilligheid = een schijnrechtvaardigheid !).

  • De manier van controleren op de rechtmatigheid van de bijstandsuitkering creëert regelmatig situaties, die op z’n minst op gespannen voet staan met onze normen/waarden t.a.v. privacy.

  • Vergelijkbaar met de kinderbijslag en de AOW heeft het alleen al om praktische reden de voorkeur een ‘uitkerings’-systeem te kiezen met minimale bureaucratische controle mechanismen; mensen met hoge pensioenen krijgen ook AOW, mensen met hoge inkomens krijgen ook kinderbijslag; en de onnodigheid daarvan wordt met belasting op de hogere inkomens gecorrigeerd.

  • De veronderstelling dat een OBI vervolgens iedere prikkel wegneemt om te werken is onbewezen; sterker nog met alleen de bijstand of alleen een OBI zal iedereen proberen (zwart) bij te verdienen om de schuldenproblematiek zo veel mogelijk te ontlopen en om nog enige ‘leuke’ dingen te kunnen doen naast alleen eten, slapen en wonen.

  • Door een OBI kunnen de arbeidskosten voor werkgevers geweldig omlaag zonder dat dit de netto bestedingsruimte van werknemers minder worden. De drempel om mensen aan te nemen wordt drastisch lager, hetgeen een massale afname van de werkloosheid zou impliceren.

 

Er is een aantal argumenten waarom mensen principieel tegen OBI zijn:

  • Het uitgangspunt is en moet zijn: de plicht van iedereen om bij te dragen aan de samenleving. Waarbij niet de behoefte van de individu maar de behoefte van de samenleving leidend moet zijn.

  • De norm/waarde dat iedereen geacht wordt een bijdrage (plicht) te leveren aan de maatschappij (met betaald werk), en dat alleen een uitkering (recht) als er vervolgens geen werk is; kortom alleen rechten als de plichten worden nagekomen.

  • De veronderstelling is dat een OBI iedere prikkel wegneemt om te werken. Juist als er grote werkloosheid is versterkt een OBI de tendens zich af te keren van de samenleving en terug te vallen op ‘het recht op inkomen’ in plaats op ‘de plicht bij te dragen aan de samenleving’.

 

Er is een aantal argumenten waarom een OBI in het huidige fiscale model onmogelijk is:

  • Een OBI voor ruim 13 miljoen Nederlanders (16,5 miljoen minus 3,5 miljoen onder 18 jaar) à € 10.000 per jaar (= € 833 per maand) zou dus € 100. miljard kosten. Als we zien wat de huidige uitgaven van de overheid voor sociale zekerheid (inclusief AOW) € 63 miljoen zijn, dan is duidelijk dat er ergens een gigantische belastingverhoging moet plaatsvinden om OBI betaalbaar te maken.

  • Een OBI creëert een situatie waarbij ‘de vrouw van de tandarts’, die niet werkt, opeens een inkomen/uitkering gaat krijgen; budgettair anders gezegd het aantal ‘bijstandsuitkeringen’ (= financieel gelijkwaardig aan OBI) neemt opeens gigantisch toe. Deze toename bestaat belangrijk ook uit mensen, die het financieel niet nodig hebben.

  • Een OBI creëert een situatie waarbij de alleenstaanden sterk worden benadeelt of de samenwonende/gehuwden sterk worden bevoordeeld. Correctiemechanismen hierop creëren weer bureaucratische controle mechanismen (tandenborstelcontrole).

 

Een randvoorwaarde om OBI mogelijk te maken:

  • Indien het OBI als heffingskorting aan werkgevers zou worden verstrekt per fte aan wie men loon betaald (op grond van BSN) staan bij de discussie hoe hoog het minimuminkomen (= OBI) moet zijn werkgevers en uitkeringsgerechtigden aan één kant.

  • Belastingen en premies worden thans geheven op inkomens (zelfs ook op de bijstand).

  • Deze inhoudingen op het inkomen gebeuren de facto merendeels bij de werkgever of de uitkeringsinstantie.

  • Bij de werkgever realiseert lang niet iedereen zich hoeveel de bruto arbeidskosten hoger zijn dan het netto inkomen van de werknemer. En dat door deze hoge arbeidskosten alleen de mensen met een hoge effectieve arbeidsproductiviteit rendabel zijn voor werkgevers. Mensen met minder productiviteit kunnen alleen werk krijgen als er aanvullende financiering voor de werkgever is.

  • Bij de uitkeringen realiseert iedereen zich dat de (premie)belasting op deze inkomens een bureaucratisch onbegrijpelijke rondpompconstructie is met veel onnodige ambtelijke kosten.

  • Het uitgangspunt is dat er directe belastingen moeten worden geheven. Belastingen heffen op inkomens van mensen gaat er aan voorbij dat het merendeel van de inkomens in een loon-constructie worden uitbetaald, waarmee de inkomens dus ontkoppelt zijn van de echte directe inkomsten.

  • De directe inkomsten zouden gekoppeld moeten zijn aan het Bruto Nationaal Product (BNP).

  • Een alternatieve belastingheffing, die niet meer als loonheffing wordt geheven, zou aan werkgevers (en zzp-ers) moeten worden opgelegd op grond van hun directe inkomsten (de bruto winst van hun bedrijf = omzet minus inkoop). Kortom een soort omzetbelasting (VpB) maar dan op een veel bredere grondslag.

  • Bij invoering van een dergelijke alternatieve belastingheffing en de invoering van een OBI ontstaan er drie voordelen:

    • De onbetaalbaarheid van een OBI vanwege de werkende mensen valt weg bij min of meer budgettair neutrale invoering naar werkgevers.

    • Zwart werken wordt voor werkgevers een volstrekt onaantrekkelijke optie.

    • De bruto-kosten van arbeid (die geen direct rendement voor de werkgever opleveren) worden drastisch lager, waardoor laag geschoolde arbeid in dienstverlenende banen toeneemt, research & development drastisch goedkoper worden, rentabiliteit op werkkapitaal bij gelijkblijvende rendabiliteit zeer fors toeneemt.

  • Dit belastingsysteem zou de inkomens tot bijvoorbeeld modaal 100% ongemoeid moeten laten (= veel besparing van administratieve rompslomp voor de overheid en voor veel mensen); progressieve belasting op hogere inkomens (dan wel door lonen, dan wel door kapitaalsinkomsten) zou progressief belast moeten blijven niet bij de werkgever maar bij het individu.

  • In een dergelijk belasting model is OBI financieel wel haalbaar.