Ronald Dekker is Rotterdammer, econoom/econometrist en arbeidsmarktonderzoeker. Hij werkte lang geleden een korte periode voor GroenLinks, daarna bij de universiteiten in Tilburg en Delft, bij het Ministerie van SZW en nu bij TNO. Zijn specialisme is de arbeidsmarkt, maar hij is breed geïnteresseerd in alle politiek-economische vraagstukken.
In 2024zal de zowel de forum- als de denktankfunctie verder worden uitgewerkt.
Kort na de Provinciale Statenverkiezingen in maart 2023 organiseerde de Werkgroep Economie een forumdebat over het thema 'Regionale Economie en politiek.' De sociaaleconomische verschillen tussen Randstad en regio zijn niet langs één meetlat te meten.
In de aanloop naar de Tweede Kamer-verkiezingen van november 2023 heeft de Werkgroep Economie een tweetal adviezen uitgebracht aan de programmacommissie: over het Onvoorwaardelijk Basisinkomen (OBI → standpunten: Geen gratis geld voor iedereen) en het thema bestaanszekerheid en arbeidsmarkt.
Ben Ligteringen studeerde politicologie en economie aan de Vrije Universiteit. Hij maakte carrière als vakbladjournalist en runde twintig jaar een eigen uitgeverij met publicaties op het gebied van mens, werk en organisatie. Hij is al sinds de oprichting actief betrokken bij de Werkgroep Economie.
Vind je het leuk om mee te discussiëren in een economische salon of wil je meedenken in een projectgroep? Schrijf je in bij de werkgroep economie via benligteringen@xs4all.nl
Hieronder vind je een overzicht van ons laatste nieuws.
Het bestuur van de werkgroep bestaat uit Ronald Dekker (voorzitter) en Ben Ligteringen (secretaris). Ben Ligteringen is als secretaris de organisator en contactpersoon van de werkgroep.
In januari en februari heeft GroenLinks een partijbrede discussie georganiseerd over de ideale sociale zekerheid. Ook de werkgroep economie was aanwezig.
...
Onze kritiek luidt samengevat als volgt:
* Het OBI is exorbitant duur: bijna de helft van de totale rijksbegroting. Te vrezen valt dat het OBI andere overheidsbestedingen, zoals onderwijs en zorg, gaat verdringen.
* Het OBI verlaat het principe van de maatschappelijke solidariteit: dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Het is asociaal om ongelijke mensen strikt gelijk te behandelen.
* De financiering vereist forse belastingverhogingen waardoor mensen massaal zwart gaan werken.
* Het OBI verschaft een loonkostensubsidie aan bedrijven, omdat werkgevers in de nettolonen, de loongerelateerde uitkeringen en de AOW het basisinkomen zullen trachten te verrekenen. Bij Cao-onderhandelingen onderhandelt men immers over nettolonen.
* Het OBI zal tot gevolg hebben dat de deelname aan het arbeidsproces van achtergestelde groepen in de samenleving vermindert, bijvoorbeeld van vrouwen uit culturele groepen waar grote druk is om hen thuis te houden. Terwijl zij juist door werk emanciperen.
* Het OBI reduceert mensen tot consumenten. Actieve betrokkenheid bij de samenleving realiseer je niet door mensen elke maand een zak(je) geld toe te schuiven, maar vergt ook inspanningen om een bijdrage aan die samenleving te leveren.
* Het OBI legitimeert een terugtredende overheid die maatschappelijke taken niet meer uitvoert in het publieke domein, maar afschuift op vrijwilligerswerk en mantelzorg.
* Tot slot: geld is niet gratis, maar een claim op de produkten en diensten die de samenleving voortbrengt. Waar is dan die claim op gebaseerd als daar geen productieve bijdrage tegenover hoeft te staan?
Deze bezwaren gelden ook voor een stelsel van negatieve inkomstenbelasting.